Bij het vak Ecologie en Soortenkennis gaan studenten het veld in om ongewervelden te inventariseren. Tijdens het vak leren ze allerlei technieken om insecten en andere beestjes te vangen. Het sleepnet, vlindernet, strooiselzeef, kloppen en potvallen komen aan bod tijdens de velddagen. De grootste uitdaging is om een Pseudoschorpioen te vangen, een piepklein (3 mm) beestje dat verwant is aan spinnen en hooiwagens (zie afbeelding). Hij lijkt op een schorpioen maar heeft geen staart. Enkele groepjes lukte het om dit illustere diertje te vangen.

Voor de eindopdracht van het vak werd de biodiversiteit van een stadspark in Almere bepaald. Hiervoor hebben verschillende groepjes potvallen (bekertjes) ingegraven. De insecten die daarmee gevangen werden, werden vervolgens met een boek en stereomicroscoop op naam gebracht. Dat is een lastig karwei: regelmatig moet je daarvoor bijvoorbeeld kijken of er twee of drie doorntjes op het laatste lid van de achterpoten zitten. Dit jaar werd voor het eerst een nieuwe methode gebruikt met trechters in de potten, die bijvangst vrijwel helemaal uitsluiten. De studenten hebben kortschildkevers, wenkvliegen, steenlopers, slangenmiljoenpoten en nog veel meer bijzondere diertjes gevonden die je normaal niet tegenkomt. Het was ongetwijfeld een leerzame ervaring!
Reactie plaatsen
Reacties